Bekende dichtvormen:

  • Naamdicht: hierbij is de eerste letter van iedere regel samen een naam. Dit kan van alles zijn.

  • Rondeel: 8 regels waarvan regel 1, 4 en 7 rijmen. En 2 en 8 rijmen. De rest staat los en hoeft dus ook nergens op te rijmen.

  • Refrein: 4x 8 regels (een strofe), waarbij elke laatste regel van een alinea hetzelfde is. De laatste strofe is speciaal en geeft aandacht aan de voorzitter.

  • Kreeftdicht: woorden kunnen van voren naar achteren en van achteren naar voren gelezen worden.

  • Letterkeeftdicht: letters kunnen van voren naar achter en van achteren naar voren gelezen worden.

  • Ketendicht: het laatste woord rijmt op het eerste woord van een regel.